
Het NarrenGilde
gedragscode
Reikwijdte van de gedragscode
De gedragscode heeft betrekking op de professionele activiteiten van Gildepartners van Het NarrenGilde en beoogt de kwaliteit van dienstverlening, zoals uitgevoerd door Gildepartners ten overstaan van hun cliënten en ten overstaan van medewerkers van cliënten, waarmee Gildepartners een overeenkomst hebben, te garanderen.
1. Algemeen
1.0 Een Gildepartner dient te handelen zoals het uit een oogpunt van behoorlijke functie-uitoefening betaamt met de gedragscode als richtlijn.
1.1 De Gildepartner respecteert verschillen in etniciteit, levensovertuiging, sekse en sociale status in het algemeen en van de medewerkers van zijn of haar cliënten.
1.2 De Gildepartner zorgt ervoor dat de client en de medewerkers op de hoogte zijn van de gedragscode.
2. Overeenkomst van Opdracht met cliënten
2.0 Begeleiding wordt gegeven in overeenstemming met een tussen de Gildepartner en Client overeengekomen contract, waaronder hier wordt verstaan een schriftelijk overeengekomen afspraak.
2.1 Voor de Overeenkomst van Opdracht wordt het modelcontract van Het NarrenGilde gebruikt waarin zijn tenminste zijn vastgelegd de duur van de overeenkomst, het aantal dagen per week en het totaal aantal dagen van de overeenkomst, de dag van de week op locatie, de primaire doelen, aandachtsgebieden en scope van de overeenkomst, de professionele fee van de dienstverlening en de facturatie en betalingstermijn, evaluatie- en beoordelingsmomenten alsmede de procedures volgens welke zal worden geëvalueerd, rapportage en inhoud van rapportage en geheimhouding.
3. Geheimhouding
3.1 Een Gildepartner is op grond van het aangaan van een functionele vertrouwensrelatie met een client tot geheimhouding verplicht t.a.v. het aan hem in de uitvoering van de opdracht ter kennis gekomen.
3.2 Op grond van deze plicht zorgt de Gildepartner ervoor dat het hem ter kennis gekomen materiaal vertrouwelijk wordt behandeld.
3.3 De Gildepartner treedt over zijn werk met de cliënt niet in contact met derden, behoudens de in de artikelen 3.5 en 4 genoemde uitzonderingen.
3.4 Toestemming van de client ontheft de Gildepartner niet zonder meer van zijn plicht tot geheimhouding.
3.5 Een Gildepartner dient zich in een eventuele gerechtelijke procedure te beroepen op het verschoningsrecht. Ruggenspraak met collega’s wordt aanbevolen, of eventueel met de directie van Het NarrenGilde.
4. Geheimhouding en intercollegiaal overleg
4.1 Uitzondering op de in artikel 3 genoemde geheimhoudingsplicht vormt de situatie waarin de Gildepartner meent te moeten overleggen met collega’s, dan wel consult nodig acht bij deskundigen die eveneens aan geheimhouding zijn gebonden. In dergelijke gevallen zal de Gildepartner de privacy van degenen op wie het overleg of de consultatie betrekking heeft waarborgen en het materiaal anonimiseren.
4.2 In intervisies, waarbij door de aard van de situatie bekendheid met een client en of haar medewerkers meestal groot is, dient de Gildepartner eraan bij te dragen dat zeer zorgvuldige spelregels worden opgesteld m.b.t. overlegsituaties waarin cases van cliënten en medewerkers worden besproken. De Gildepartner dient te waarborgen dat hetgeen over de activiteiten wordt besproken de privacy van de cliënt en haar medewerkers niet schaadt.
4.3 In situaties waar belangen van de client of haar medewerkers in het geding zijn en de Gildepartner gebaat is met consult, verdient het aanbeveling een (collega-) Gildepartner, geregistreerd supervisor of coach of een deskundige te raadplegen, of eventueel de directie van Het NarrenGilde.
4.4 Bovenstaande bepalingen gelden tevens voor het gebruik van social media.
5. Ontheffing van de geheimhoudingsplicht
5.0 Aan de Gildepartner kunnen gegevens ter kennis worden gebracht die hem in conflict brengen met zijn plicht tot geheimhouding. Situaties kunnen zich voordoen waarin levensbelangen van individuele medewerkers in een organisatie of van anderen ernstig kunnen worden geschaad. De Gildepartner mag zich van zijn plicht tot geheimhouding ontheven achten, indien alle hierna in de onder 5.1 tot en met 5.3 genoemde voorwaarden in acht zijn genomen:
5.1 Als het niet opheffen van de geheimhoudingsplicht leidt tot inbreuk op de fysieke en/of psychische integriteit van medewerkers in een organisatie of anderen.
5.2 Als zonder opheffing van de geheimhoudingsplicht het betreffende probleem onoplosbaar lijkt.
5.3 Als de Gildepartner alles in het werk heeft gesteld om eventueel samen met de organisatie en/of een medewerker daarvan de betreffende gegevens naar buiten te brengen.
5.4 Indien de Gildepartner het voornemen heeft tot het opheffen van de geheimhoudingsplicht over te gaan dient hij ter toetsing van de onder 5.1 tot en met 5.3 genoemde voorwaarden een (collega-) Gildepartner, geregistreerd supervisor of coach te consulteren. De Gildepartner stelt de organisatie en/of een individuele medewerker daarvan op de hoogte.
5.5 Indien de Gildepartner na de in 5.4 genoemde consultatie besluit tot opheffing van de geheimhouding dient hij, alvorens daartoe over te gaan, de organisatie of een medewerker daarvan te informeren.
6. Professionaliteit en integriteit
6.1 Een Gildepartner dient geen vriendschappelijke, seksuele of anderszins niet professionele betrekkingen met medewerkers van cliënten te hebben of aan te gaan.
6.2 De Gildepartner wordt geacht aan de client of een medewerker daarvan alleen die informatie te vragen die voor de betreffende opdracht relevant is.
6.3 De Gildepartner vermijdt zoveel mogelijk professionele dubbelrollen. Daar waar dubbelrollen onvermijdbaar zijn, worden ze verduidelijkt en zorgvuldig gehanteerd, zodat het belang van de client of een medewerker daarvan niet wordt geschaad.
6.4 Verwijzing: indien de situatie of vragen van de client of een medewerker daarvan vallen buiten de opdracht dient de organisatie of een medewerker daarvan verwezen te worden naar de meest geëigende hulp en/of begeleiding. De Gildepartner verantwoordt deze verwijzingsbeslissing tegenover de client of een medewerker daarvan.
6.5 Omgaan met materialen: Na de eindevaluatie wordt het door de client of een medewerker daarvan ingeleverde materiaal vernietigd tenzij anders overeengekomen. De Gildepartner kan eigen aantekeningen, evaluatie- en beoordelingsgegevens behouden. Deze gegevens dienen na drie jaar te worden vernietigd.
7. Evaluatie
7.0 Het is de verantwoordelijkheid van Het NarrenGilde deze gedragscode regelmatig met Gildepartners te evalueren en naar gelang de opgedane ervaringen verder te ontwikkelen.