“Iedereen vindt grensoverschrijdend gedrag erg, toch gaat het maar door”

Foto en tekst uit De Telegraaf, 9 januari 2024.

Aan voorbeelden van ongezonde organisatieculturen geen gebrek; waar mensen samenwerken ligt angst op de loer. Juri Hoedemakers analyseert dat de baas er vaak geen oog voor heeft, laat staan een oplossing. „Het antwoord staat in de spiegel, maar wie houdt hem die voor?”

’En deze keer is het dan het ministerie van VWS. De thuisbasis van onze minister van Volksgezondheid blijkt voor de medewerkers een heel ongezonde omgeving te zijn om te werken. In een peiling van de vakbond FNV vlak voor de kerst zeggen medewerkers dat ze te maken hebben met grensoverschrijdend gedrag, voornamelijk door leidinggevenden. Dan gaat het vooral om pesten en intimidatie. Het is een kleine peiling, maar secretaris-generaal Marcelis Boereboom van het ministerie noemde de FNV-enquête meteen ’confronterend’ en zegt het signaal ’uiterst serieus’ te nemen.

Hoe we met elkaar omgaan op de werkvloer ligt de laatste tijd onder een vergrootglas. Steeds vaker blijken organisatieculturen al jaren ziekmakend en regelmatig horen we de woorden ’angstcultuur’ en ’grensoverschrijdend gedrag’ in de media. Bij de weginspecteurs van Rijkswaterstaat, bij de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit, bij de provincie Gelderland, bij De wereld draait door en met deze opsomming kunnen we nog even doorgaan. Soms gaat dat gepaard met fout seksueel gedrag zoals bij NOS Sport of The Voice of Holland. De eerste reactie van de top van organisaties is altijd vergelijkbaar met die van VWS hierboven: iedereen vindt het erg en er wordt altijd een ’intern onderzoek’ ingesteld.

Wie durft de baas van tegenspraak te dienen? Hoedemakers: ,,Directies functioneren in een ingewikkeld spel van afhankelijkheidsrelaties en worden te vaak omringd door jaknikkers.

Tegenspraak

Vraag is natuurlijk: als iedereen het zo erg vindt, hoe kan dit gedrag dan jarenlang blijven bestaan? Weet de top van organisaties hoe erg het is op de werkvloer – in dit geval bij VWS? Als wetenschapper doe ik onderzoek naar tegenspraak en de rol van hofnar in vroege tijden. Als moderne hofnar mag ik regelmatig bij organisaties binnenkijken en de directie wijzen op blinde vlekken. Ik zie dat in de top van veel organisaties een vertekend beeld van de werkelijkheid bestaat. De ’gewenste werkelijkheid’ die opgeschreven staat in de visie en missie komt niet altijd overeen met wat er op de werkvloer gebeurt. En die werkelijkheid komt niet altijd de directie ter ore. Waarom niet? In de bestuurskamers spelen veel verschillende, soms persoonlijke belangen. Directies functioneren bovendien in een ingewikkeld spel van afhankelijkheidsrelaties en worden te vaak omringd door jaknikkers, vergelijkbaar met een koninklijk hof in de Middeleeuwen.

Dat moet echt anders. Een leider zijn betekent meer dan het aansturen van processen en het behalen van resultaten, zeker in deze moderne tijden. De top van bedrijven moet zorgen voor een verbinding met de werkvloer en borgen dat tegenspraak plaatsvindt en gewaardeerd wordt.

Geen zorgen

Het is essentieel om een omgeving te cultiveren waar medewerkers zich ondersteund en begrepen voelen, waar hun welzijn prioriteit is en waar ze zich geen zorgen hoeven te maken over hun mentale gezondheid als gevolg van hun werk. De leiding van de organisatie moet reflecteren op eigen gedrag en de impact daarvan op de medewerkers. Dit kan door middel van regelmatige feedbacksessies, enquêtes of open forums waar medewerkers vrij kunnen spreken. Dit vereist een cultuur van vertrouwen. En in zo’n organisatiecultuur is geen plek voor angst en geen plek voor jaknikkers. Grensoverschrijdend gedrag kan toch niet de bedoeling zijn van de leiding van Volksgezondheid?’

Juri Hoedemakers (hofnar), promoveert op tegenspraak in organisaties aan Erasmus School of Management Rotterdam

Deel dit artikel: